TNL is bedoeld voor personen die stagneren in het aanvankelijk lezen en spellen (groep 3 en groep 4). TNL heeft 13 leesdelen. De eerste zes bestaan uit teksten met woorden van maar twee klanken zoals z ee en k oe.
Dat is gedaan om drie redenen.
- Ten eerste kan de leerling deze teksten vrij gemakkelijk niet-spellend leren lezen. Eventueel houdt hij de eerste klank iets langer aan, maar hij herhaalt het woord niet. Hij leest bijvoorbeeld in deel 2 ‘aaaat eeeet aaaan zzzee‘.
Zo leert hij het spellend lezen af. - Ten tweede zijn deze woorden erg verwisselbaar: nee/een, zie/zei en de/een. Doordat er voorzichtig in kleine stapjes wordt opgebouwd, leert de leerling op elke letter in elke positie te letten.
Zo leert hij het radend lezen af. - Ten derde zijn woorden van twee klanken, zoals een en aan, vaak onderdeel van langere woorden. Als het lezen van een en aan geautomatiseerd is, helpt dat bij het leren lezen van eenden en gedaan.
Zo fundeert TNL het lezen van langere woorden.
Dit zijn andere uitgangspunten dan die van de gebruikelijke methoden. Daarin staat de ‘leeshandeling’ meestal centraal. Die doet een groter beroep op de zwakke punten van een leerling met dyslexie dan TNL. Lees hiervoor met name artikel 2 op deze pagina.
Vele vormen van dyslexie kunnen dus behandeld worden met TNL.